Spreuken 15:1
Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.
Spreuken 25:15
Een overste wordt door lankmoedigheid overreed; en een zachte tong breekt het gebeente.
Richteren 8:1-3
Toen zeiden de mannen van Efraim tot hem: Wat stuk is dit, dat gij ons gedaan hebt, dat gij ons niet riept, toen gij heentoogt om te strijden tegen de Midianieten? En zij twistten sterk met hem.
Spreuken 15:18
Een grimmig man zal gekijf verwekken; maar de lankmoedige zal den twist stillen.
1 Koningen 12:13-16
En de koning antwoordde het volk hardelijk; want hij verliet den raad der oudsten, dien zij hem geraden hadden.
Spreuken 29:22
Een toornig man verwekt gekijf; en de grammoedige is veelvoudig in overtreding.
Richteren 12:3-6
Als ik nu zag, dat gij niet verlostet, zo stelde ik mijn ziel in mijn hand, en toog door tot de kinderen Ammons, en de HEERE gaf hen in mijn hand; waarom zijt gij dan te dezen dage tot mij opgekomen, om tegen mij te strijden?
1 Samuël 25:10-13
En Nabal antwoordde den knechten van David, en zeide: Wie is David, en wie is de zoon van Isai? Er zijn heden vele knechten, die zich afscheuren, elk van zijn heer.
1 Samuël 25:21-33
David nu had gezegd: Trouwens ik heb te vergeefs bewaard al wat deze in de woestijn heeft, alzo dat er niets van alles, wat hij heeft, gemist is; en hij heeft mij kwaad voor goed vergolden.
2 Samuël 19:43
En de mannen van Israel antwoordden den mannen van Juda, en zeiden: Wij hebben tien delen aan den koning, en ook aan David, wij, meer dan gij; waarom hebt gij ons dan gering geacht, dat ons woord niet het eerste geweest is, om onzen koning weder te halen? Maar het woord der mannen van Juda was harder dan het woord der mannen van Israel.
Spreuken 10:12
Haat verwekt krakelen; maar de liefde dekt alle overtredingen toe.
Spreuken 28:25
Die grootmoedig is, verwekt gekijf; maar die op den HEERE vertrouwt, zal vet worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd