Genesis 24:25
Voorts had zij tot hem gezegd: Ook is er stro en veel voeders bij ons, ook plaats om te vernachten.
Genesis 18:4-8
Dat toch een weinig waters gebracht worde, en wast Uw voeten, en leunt onder dezen boom.
Richteren 19:19-21
Daar toch onze ezelen zowel stro als voeder hebben, en ook brood en wijn is voor mij, en voor uw dienstmaagd, en voor de jongen, die bij uw knechten is; er is aan geen ding gebrek.
Jesaja 32:8
Maar een milddadige beraadslaagt milddadigheden, en staat op milddadigheden.
1 Petrus 4:9
Zijt herbergzaam jegens elkander, zonder murmureren.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd