Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
En hij noemde den naam dier plaats Beth-El; daar toch de naam dier stad te voren was Luz.
New American Standard Bible
He called the name of that place Bethel; however, previously the name of the city had been Luz.
Kruisreferenties
Genesis 48:3
Daarna zeide Jakob tot Jozef: God de Almachtige, is mij verschenen te Luz, in het land Kanaan, en Hij heeft mij gezegend;
Genesis 12:8
En hij brak op van daar naar het gebergte, tegen het oosten van Beth-El, en hij sloeg zijn tent op, zijnde Beth-El tegen het westen, en Ai tegen het oosten; en hij bouwde aldaar den HEERE een altaar, en riep den naam des HEEREN aan.
Genesis 35:1
Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-El, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau.
Richteren 1:22-26
En het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE was met hen.
1 Koningen 12:29
En hij zette het ene te Beth-El, en het andere stelde hij te Dan.
Hosea 4:15
Zo gij, o Israel! wilt hoereren, dat immers Juda niet schuldig worde; komt gij toch niet te Gilgal, en gaat niet op naar Beth-Aven, en zweert niet: Zo waarachtig als de HEERE leeft.
Hosea 12:4-5
In moeders buik hield hij zijn broeder bij de verzenen; en in zijn kracht gedroeg hij zich vorstelijk met God.