97 gebeurtenissen in 1 vertaling

'Él' in de Bijbel

En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Versbegrippen500 Jaar En Meer

En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered.

VersbegrippenLeeftijd Bij Vaderschap

En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren.

Versbegrippen500 Jaar En Meer

Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf.

VersbegrippenLeeftijd Over 100 JaarLeeftijd Bij Overlijden

En hij brak op van daar naar het gebergte, tegen het oosten van Beth-El, en hij sloeg zijn tent op, zijnde Beth-El tegen het westen, en Ai tegen het oosten; en hij bouwde aldaar den HEERE een altaar, en riep den naam des HEEREN aan.

VersbegrippenAi, De StadGod AanroepenNomadenHeiligdommenTentenAbraham, De Vriend Van GodAbraham, Roeping En LevensloopGebed Beschreven AlsAltaren Voor De HeerAltaren BouwenOost En West

En hij ging, volgens zijn reizen, van het zuiden tot Beth-El toe, tot aan de plaats, waar zijn tent in het begin geweest was, tussen Beth-El, en tussen Ai;

VersbegrippenNomadenBijzondere Reizen

En hij noemde den naam dier plaats Beth-El; daar toch de naam dier stad te voren was Luz.

VersbegrippenHuis Van GodMensen Die Dingen Benoemen

Ik ben die God van Beth-El, alwaar gij het opgerichte teken gezalfd hebt, waar gij Mij een gelofte beloofd hebt; nu, maak u op, vertrek uit dit land, en keer weder in het land uwer maagschap.

VersbegrippenOlieMonumentenIk Ben GodDingen Zalven

Daarna zeide God tot Jakob: Maak u op, trek op naar Beth-El, en woon aldaar; en maak daar een altaar dien God, Die u verscheen, toen gij vluchttet voor het aangezicht van uw broeder Ezau.

VersbegrippenVluchtelingenOptreden Van God In OTHerdenkingGoddelijke SpraakPlaatsen Van AanbiddingAltaren BouwenGod VerschijntBethel Het Huis Van GodIn Het Land Leven

En laat ons ons opmaken, en optrekken naar Beth-El; en ik zal daar een altaar maken dien God, Die mij antwoordt ten dage mijner benauwdheid, en met mij geweest is op den weg, die ik gewandeld heb.

VersbegrippenNoodGod BeantwoordtGod Was Met JouGod Met Specifieke Mensen

Alzo kwam Jakob te Luz, hetwelk is in het land Kanaan (dat is Beth-El), hij en al het volk, dat bij hem was.

En hij bouwde aldaar een altaar, en noemde die plaats El Beth-El; want God was hem aldaar geopenbaard geweest, als hij voor zijns broeders aangezicht vlood.

VersbegrippenVluchtelingenAltaren BouwenGod VerschijntAltaren

En Debora, de voedster van Rebekka, stierf, en zij werd begraven onder aan Beth-El; onder dien eik, welks naam hij noemde Allon-Bachuth.

VersbegrippenPlaatsen Van BegrafenissenVerpleegkundigenBomenEikenDe Dood Berouwen

En Jakob noemde den naam dier plaats, alwaar God met hem gesproken had, Beth-El.

VersbegrippenBethel Het Huis Van GodMensen Die Dingen Benoemen

En zij reisden van Beth-El; en er was nog een kleine streek lands om tot Efrath te komen; en Rachel baarde, en zij had het hard in haar baren.

VersbegrippenGewichten En Maten, AfstandenZware Taken

Zo zullen zij een ark van sittimhout maken; twee ellen en een halve zal haar lengte zijn, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.

VersbegrippenBreedteGewichten En Maten, LineairAcacia houtBorstkasAfmetingen Van Tempelmeubilair

Gij zult ook een verzoendeksel maken van louter goud; twee ellen en een halve zal deszelfs lengte zijn, en anderhalve el deszelfs breedte.

VersbegrippenStoel Van GenadeAfmetingen Van TempelmeubilairDe Ark BedekkenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelVerzoenend [Genadestoel]

Gij zult ook een tafel maken van sittimhout; twee ellen zal haar lengte zijn, en een el haar breedte, en een el en een halve zal haar hoogte zijn.

VersbegrippenAfmetingen Van Tempelmeubilair

En een el van deze, en een el van gene zijde van hetgeen, dat overig zijn zal aan de lengte van de gordijnen der tent, zal overhangen aan de zijden des tabernakels, aan deze en aan gene zijde, om dien te bedekken.

VersbegrippenHet Tabernakel BedekkenSurplus

De lengte van een berd zal tien ellen zijn, en een el en een halve el zal de breedte van elk berd zijn.

VersbegrippenAfmetingen Van Andere Dingen

Een el zal zijn lengte zijn, en een el zijn breedte, vierkant zal het zijn, maar twee ellen deszelfs hoogte; uit hetzelve zullen zijn hoornen zijn.

VersbegrippenVierkantenAfmetingen Van TempelmeubilairEen Materiële Zaak

De lengte van een berd was tien ellen, en ene el en ene halve el was de breedte van elk berd.

VersbegrippenAfmetingen Van Andere Dingen

Alzo maakte Bezaleel de ark van sittimhout; twee ellen en een halve was haar lengte, en anderhalve el haar breedte, en anderhalve el haar hoogte.

VersbegrippenGewichten En Maten, LineairAfmetingen Van Tempelmeubilair

Hij maakte ook een verzoendeksel van louter goud; twee ellen en een halve was deszelfs lengte, en anderhalve el deszelfs breedte.

VersbegrippenAfmetingen Van TempelmeubilairDe Ark BedekkenGouden Voorwerpen Voor Het TabernakelVerzoenend [Genadestoel]

Hij maakte ook een tafel van sittimhout; twee ellen was haar lengte, en een el haar breedte; en een el en een halve haar hoogte.

VersbegrippenAcacia houtAfmetingen Van Tempelmeubilair

En hij maakte het reukaltaar van sittimhout; een el was zijn lengte en een el zijn breedte, vierkant, maar twee ellen zijn hoogte; uit hetzelve waren zijn hoornen.

VersbegrippenBreedteAltaar Van WierookVierkantenAfmetingen Van TempelmeubilairEen Materiële Zaak

Als Jozua mannen zond van Jericho naar Ai, dat bij Beth-Aven ligt, aan het oosten van Beth-El, zo sprak hij tot hen, zeggende: Trekt opwaarts en bespiedt het land. Die mannen nu trokken op en bespiedden Ai.

VersbegrippenAi, De StadLand Als Goddelijk GeschenkSpionnenSpionerenGeleidelijke Verovering Van Het Land

Alzo zond Jozua hen heen, en zij gingen naar de achterlage, en zij bleven tussen Beth-El en tussen Ai, tegen het westen van Ai; maar Jozua overnachtte dien nacht in het midden des volks.

VersbegrippenWachtenDe Westelijke Kant

Hij nam ook omtrent vijf duizend man, en hij stelde hen tot een achterlage tussen Beth-El en tussen Ai, aan het westen der stad.

VersbegrippenVijfduizendDe Westelijke Kant

En er werd niet een man overgelaten, in Ai, noch Beth-El, die niet uittrokken, Israel na; en zij lieten de stad openstaan, en joegen Israel achterna.

VersbegrippenLege StedenOnbewaakt

De koning van Jericho, een; de koning van Ai, die ter zijde van Beth-El is, een;

De koning van Makkeda, een; de koning van Beth-El, een;

Daarna kwam het lot der kinderen van Jozef uit: van de Jordaan bij Jericho, aan het water van Jericho, oostwaarts, de woestijn opgaande van Jericho, door het gebergte Beth-El;

En het komt van Beth-El uit naar Luz; en het gaat door tot de landpale des Archiets, tot Ataroth toe;

En van daar gaat de landpale door naar Luz, aan de zijde van Luz, welke is Beth-El, zuidwaarts; en deze landpale gaat af naar Atroth-Addar, aan den berg, die aan de zuidzijde van het benedenste Beth-Horon is.

En Beth-araba, en Zemaraim, en Beth-El,

En deze landpale keert zich om tegen het noorden naar Hannathon, en haar uitgangen zijn het dal van Jiftah-El.

En wendt zich tegen den opgang der zon naar Beth-Dagon, en reikt aan Zebulon, en aan het dal Jiftha-El noordwaarts naar Beth-Emek, en Nehiel, en komt uit tot Kabul ter linkerhand;

En Jiron, en Migdal-El, Horem en Beth-Anath, en Beth-Semes; negentien steden en haar dorpen.

VersbegrippenNegentien

En het huis van Jozef toog ook op naar Beth-El. En de HEERE was met hen.

VersbegrippenGod Met Specifieke Mensen

En het huis van Jozef bestelde verspieders bij Beth-El; de naam nu dezer stad was te voren Luz.

VersbegrippenVerraders

En Ehud maakte zich een zwaard, dat twee scherpten had, welks lengte een el was; en hij gordde dat onder zijn klederen, aan zijn rechterheup.

VersbegrippenDijenTweezijdigAfmetingen Van Andere DingenAndere Juiste Delen

En zij woonde onder den palmboom van Debora, tussen Rama en tussen Beth-El, op het gebergte van Efraim; en de kinderen Israels gingen op tot haar ten gerichte.

VersbegrippenPalmbomenRechtbanken

En hij toog van jaar tot jaar, en ging rondom naar Beth-El, en Gilgal, en Mizpa; en hij richtte Israel in al die plaatsen.

VersbegrippenCirkelsElk Jaar

Als gij u van daar en verder aan begeeft, en zult komen tot aan Elon-Thabor, daar zullen u drie mannen vinden, opgaande tot God naar Beth-El; een, dragende drie bokjes, en een, dragende drie bollen broods, en een, dragende een fles wijn.

VersbegrippenDrie MannenDrie DierenIn De Bergen TrekkenHoeveelheiden WijnEikenDrie Andere Dingen

Toen verkoos zich Saul drie duizend mannen uit Israel; en er waren bij Saul twee duizend te Michmas en op het gebergte van Beth-El, en duizend waren er bij Jonathan te Gibea-Benjamins; en het overige des volks liet hij gaan, een iegelijk naar zijn tent.

VersbegrippenDienstplichtDuizend MensenTweeduizendDrieduizend En MeerAardse Vijanden

Namelijk tot die te Beth-El, en tot die te Ramoth tegen het zuiden, en tot die te Jather,

En onder haar rand waren knoppen, dezelve rondom omsingelende, tien in een el, omringende die zee rondom; twee rijen dezer knoppen waren in haar gieting gegoten.

VersbegrippenBeeldhouwwerkDingen Die OmringenTwee Plantaardige Producten

En de mond daarvan was van binnen den krans, en daarboven van een el, en de mond hiervan was rond van voetwerk van een el en een halve el; en op de mond daarvan waren ook graveringen, en de lijsten daarvan waren vierkantig, niet rond.

VersbegrippenGravureDiepteKunstVierkantenAfmetingen Van Tempelmeubilair

De vier raderen nu waren onder de lijsten, en de assen der raderen aan de stelling; en de hoogte van een rad was een el en een halve el.

VersbegrippenVier SteunenAfmetingen Van Tempelmeubilair

En op het hoofd ener stelling was een ronde hoogte van een halve el rondom; ook waren op het hoofd der stelling haar handhaven, en haar lijsten uit denzelve.

VersbegrippenAfmetingen Van Tempelmeubilair

En hij zette het ene te Beth-El, en het andere stelde hij te Dan.

En Jerobeam maakte een feest in de achtste maand, op den vijftienden dag der maand, gelijk het feest, dat in Juda was, en offerde op het altaar; van gelijken deed hij te Beth-El, offerende den kalveren, die hij gemaakt had; hij stelde ook te Beth-El priesteren der hoogten, die hij gemaakt had.

VersbegrippenHet Nieuwe JaarMaand 8Verjaardagsfeesten

En hij offerde op het altaar, dat hij te Beth-El gemaakt had, op den vijftienden dag der achtste maand, der maand, dewelke hij uit zijn hart verdacht had; zo maakte hij den kinderen Israels een feest, en offerde op dat altaar, rokende.

VersbegrippenHet Nieuwe JaarMaand 8Altaren BouwenWierook Tijdens De Mis

En ziet, een man Gods kwam uit Juda, door het woord des HEEREN tot Beth-El; en Jerobeam stond bij het altaar, om te roken.

VersbegrippenWierook Tijdens De Mis

Het geschiedde nu, als de koning het woord van den man Gods hoorde, hetwelk hij tegen het altaar te Beth-El geroepen had, dat Jerobeam zijn hand van op het altaar uitstrekte, zeggende: Grijpt hem! Maar zijn hand, die hij tegen hem uitgestrekt had, verdorde, dat hij ze niet weder tot zich trekken kon.

VersbegrippenHandicapsVerdroogde LedematenZieke Handen

En hij ging door een anderen weg, en keerde niet weder door den weg, door welken hij te Beth-El gekomen was.

VersbegrippenAndere Dingen

Een oud profeet nu woonde te Beth-El; en zijn zoon kwam, en vertelde hem al het werk, dat de man Gods te dien dage in Beth-El gedaan had, met de woorden, die hij tot den koning gesproken had; deze vertelden zij ook hun vader.

VersbegrippenAnonimiteitVertellen Wat Mensen DedenAnonieme Profeten Van De Heer

Want de zaak zal gewisselijk geschieden, die hij door het woord des HEEREN uitgeroepen heeft tegen het altaar, dat te Beth-El is, en tegen al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria zijn.

VersbegrippenHeiligdommenWoorden Van De Mens Die Vervuld Worden

En Elia zeide tot Elisa: Blijf toch hier, want de HEERE heeft mij naar Beth-El gezonden. Maar Elisa zeide: Zo waarachtig als de HEERE leeft en uw ziel leeft ik zal u niet verlaten! Alzo gingen zij af naar Beth-El.

VersbegrippenGoede VriendenBeste VriendIntimiteitVoorbeelden Van VriendschapKameraadschapOnbeweeglijkheidTerplaatse Blijven

Toen gingen de zonen der profeten, die te Beth-El waren, tot Elisa uit, en zeiden tot hem: Weet gij, dat de HEERE heden uw heer van uw hoofd wegnemen zal? En hij zeide: Ik weet het ook wel, zwijgt gij stil.

VersbegrippenVragenSchool Van ProfetenStilteScholenZonen Van De ProfetenVandaagMensen Met Algemene KennisAndere Mensen NemenAssertiviteit

En hij ging van daar op naar Beth-El. Als hij nu den weg opging, zo kwamen kleine jongens uit de stad; die bespotten hem, en zeiden tot hem: Kaalkop, ga op, kaalkop, ga op!

VersbegrippenKaalheidHandicapsOnvolwassenheidWegenStadSpottenVoorbeelden Van Goddeloze KinderenOntrouw Aan GodMinachting Voor De OuderenLeeftijdsdiscriminatieKinderenPlezierHumorLastig Vallen

Maar van de zonden van Jerobeam, den zoon van Nebat, die Israel zondigen deed, na te volgen, week Jehu niet af, te weten, van de gouden kalveren, die te Beth-El en die te Dan waren.

VersbegrippenGouden Kalveren

Zo kwam een uit de priesteren, die zij van Samaria weggevoerd hadden, en woonde te Beth-El; en hij leerde hun, hoe zij den HEERE vrezen zouden.

En de koning gebood den hogepriester Hilkia, en den priesteren der tweede ordening, en den dorpelbewaarders, dat zij uit den tempel des HEEREN alle gereedschap, dat voor Baal, en voor het beeld van het bos, en voor al het heir des hemels gemaakt was, uitbrengen zouden; en hij verbrandde dat buiten Jeruzalem in de velden van Kidron, en liet het stof daarvan naar Beth-El dragen.

VersbegrippenAstrologieVerbranden Van AfgoderijAs Van VernederingAsherah Dienen

Daartoe ook het altaar, dat te Beth-El was, en de hoogte, die Jerobeam, de zoon van Nebat, dewelke Israel zondigen deed, gemaakt had; te zamen dat altaar en die hoogte brak hij af; ja, hij verbrandde de hoogte, hij vergruisde ze tot stof, en hij verbrandde het bos.

VersbegrippenMalenHeidense Altaren

Verder zeide hij: Wat is dat voor een grafteken, dat ik zie? En de lieden der stad zeiden tot hem: Het is het graf van den man Gods, die uit Juda kwam, en deze dingen, die gij tegen dit altaar van Beth-El gedaan hebt, uitgeroepen heeft.

VersbegrippenBegraven Van De Naamlozen

Daartoe nam Josia ook weg al de huizen der hoogten, die in de steden van Samaria waren, die de koningen van Israel gemaakt hadden, om den HEERE tot toorn te verwekken; en hij deed dezelve naar al de daden, die hij te Beth-El gedaan had.

VersbegrippenSamaritanenHereniging

Kenan, Mahalal-el, Jered,

En hun zusters waren Zeruja en Abigail. De kinderen nu van Zeruja waren Abisai, en Joab, en Asa-El drie.

En hun bezitting en hun woning was Beth-El, en haar onderhorige plaatsen; en tegen het oosten Naaran, en tegen het westen Gezer en haar onderhorige plaatsen; en Sichem en haar onderhorige plaatsen, tot Gaza toe, en haar onderhorige plaatsen.

Onder dezelve nu was de gelijkenis van runderen, rondom henen, die omsingelende, tien in een el, omringende de zee rondom; twee rijen dezer runderen waren in haar gieting gegoten.

VersbegrippenBeeldhouwwerk

En Abia jaagde Jerobeam achterna, en nam van hem de steden, Beth-El met haar onderhorige plaatsen, en Jesana met haar onderhorige plaatsen, en Efron met haar onderhorige plaatsen.

De mannen van Beth-El en Ai, tweehonderd drie en twintig.

VersbegrippenAi, De StadTweehonderd En Meer

De mannen van Beth-El en Ai, honderd drie en twintig;

VersbegrippenHonderd En Enkelen

De kinderen van Benjamin nu van Geba woonden in Michmas, en Aja, en Beth-El, en haar onderhorige plaatsen,

En Moab zal beschaamd worden vanwege Kamos, gelijk als het huis Israels beschaamd is geworden vanwege Beth-El, hunlieder vertrouwen.

VersbegrippenSchaamte Over Afgoderij

En ziet, er was een muur buiten aan het huis, rondom henen, en in des mans hand was een meetriet van zes ellen, elke el van een el en een handbreed, en hij mat de breedte des gebouws een riet, en de hoogte een riet.

VersbegrippenLengteGewichten En Maten, LineairAfmetingen Van MurenAfmetingen Van Andere Dingen

En er was een ruim voor aan de kamertjes, van een el van deze, en een ruim van een el van gene zijde; en elk kamertje zes ellen van deze, en zes ellen van gene zijde.

VersbegrippenVierkantenAfmetingen Van KamersAfmetingen Van Andere DingenKamers Van De Tempel Van Ezechiël

Maar de vier tafelen voor het brandoffer waren van gehouwen stenen, de lengte een el en een halve, en de breedte een el en een halve, en de hoogte een el; op dezelve nu legde men het gereedschap henen, waarmede men het brandoffer en slachtoffer slachtte.

VersbegrippenMetselwerkAfmetingen Van TempelmeubilairItems In SteenVier Andere DingenOfferingen Doden

En ik zag de hoogte des huizes rondom henen. De fondamenten der zijkameren waren van een vol riet, zes ellen, de el tot den oksel toe genomen.

VersbegrippenFunderingenHuizenGewichten En Maten, LineairAfmetingen Van KamersFunderingen Van Gebouwen

En voor de kameren was een wandeling van tien ellen de breedte; naar binnen toe, en een weg van een el; en de deuren van dezelve waren tegen het noorden.

VersbegrippenAfmetingen Van KamersNoordelijke Poorten

En dit zijn de maten des altaars, naar de ellen, zijnde de el een el en een handbreed; de boezem van een el, en een el de breedte; en zijn einde aan zijn rand rondom een span; en dit is de rug des altaars.

VersbegrippenDiepteHoogteGewichten En Maten, LineairAfmetingen Van TempelmeubilairHet Bronzen Altaar OpzettenBasis Van DingenMeting

Van den boezem nu op de aarde tot aan het onderste afzetsel, twee ellen; en de breedte een el; en van het kleinste afzetsel tot aan het grootste afzetsel, vier ellen, en de breedte een el.

VersbegrippenAfmetingen Van Tempelmeubilair

En het afzetsel veertien ellen de lengte, met veertien ellen breedte, aan zijn vier zijden, en de rand rondom hetzelve, de helft ener el; en de boezem daaraan, een el rondom; en zijn trappen ziende naar het oosten.

VersbegrippenTrappenVierkantenAfmetingen Van TempelmeubilairGericht Naar Het OostenStappenBasis Van Dingen

Alzo heeft Beth-El ulieden gedaan, vanwege de boosheid uwer boosheid; Israels koning is in den dageraad ten enenmale uitgeroeid.

VersbegrippenDageraadKoningen DodenDageraad

Ja, hij gedroeg zich vorstelijk tegen den Engel, en overmocht Hem; hij weende en smeekte Hem. Te Beth-El vond hij Hem, en aldaar sprak Hij met ons;

VersbegrippenSoldatenGod Als Een KrijgerZijn Naam Is De Heer

Dat Ik, ten dage als Ik Israels overtredingen over hem bezoeken zal, ook bezoeking zal doen over de altaren van Beth-El; en de hoornen des altaars zullen worden afgehouwen, en ter aarde vallen.

VersbegrippenGebroken HorensGods Oordeel Over ZondeGebroken HorensDingen Vallen

Komt te Beth-El, en overtreedt te Gilgal; maakt des overtredens veel, en brengt uw offers des morgens, uw tienden om de drie dagen!

VersbegrippenDe Noodzaak Van RechtvaardigingOffer In OTHeiligdommenBreuken, Een TiendeTiendenEenmaal Per DagTwee Keer Per WeekDoorgaan Met ZondeDe Tiende Inbrengen

Maar zoekt Beth-El niet, en komt niet te Gilgal, en gaat niet over naar Ber-Seba; want Gilgal zal voorzeker gevankelijk worden weggevoerd, en Beth-El zal worden tot niet.

VersbegrippenNutteloze DingenZoeken Voor Concrete DingenVerbanning In VoouitzichtBier

Zoekt den HEERE, en leeft; opdat Hij niet doorbreke in het huis van Jozef als een vuur, dat vertere, zodat er niemand zij, die het blusse in Beth-El;

VersbegrippenLeven ZoekenNiet Uitdovend

Toen zond Amazia, de priester te Beth-El, tot Jerobeam, den koning van Israel, zeggende: Amos heeft een verbintenis tegen u gemaakt, in het midden van het huis Israels; het land zal al zijn woorden niet kunnen verdragen.

VersbegrippenVoorbeelden Van Valse BeschuldigingenSamenzweringenVormen Van VervolgingBeschuldigingen, Valse VoorbeeldenOndraaglijke DingenSamenzwering

Maar te Beth-El zult gij voortaan niet meer profeteren; want dat is des konings heiligdom, en dat is het huis des koninkrijks.

VersbegrippenVerzwegen Voorspelling

Public domain