Toen zeide Lea: Tot mijn geluk! want de dochters zullen mij gelukkig achten; en zij noemde zijn naam Aser.

Omdat Hij de nederheid Zijner dienstmaagd heeft aangezien; want zie, van nu aan zullen mij zalig spreken al de geslachten.

Van Aser, zijn brood zal vet zijn; en hij zal koninklijke lekkernijen leveren.

Koph. Haar kinderen staan op, en roemen haar welgelukzalig; ook haar man, en hij prijst haar, zeggende:

En de zonen van Zilpa, Lea's dienstmaagd: Gad en Aser. Deze zijn de zonen van Jakob, die hem geboren zijn in Paddan-Aram.

En de zonen van Aser: Jimna, en Jisva, en Jisvi, en Berija, en Sera, hun zuster; en de zonen van Berija: Heber en Malchiel.

En van Aser zeide hij: Aser zij gezegend met zonen; hij zij zijn broederen aangenaam, en dope zijn voet in olie.

Een enige is Mijn duive, Mijn volmaakte, de enige harer moeder, zij is de zuivere dergenen, die haar gebaard heeft; als de dochters haar zien, zo zullen zij haar welgelukzalig roemen, de koninginnen en de bijwijven; en zij zullen haar prijzen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling