Genesis 30:34
Toen zeide Laban: Zie, och ja, het zij naar uw woord!
Numberi 22:29
Toen zeide Bileam tot de ezelin: Omdat gij mij bespot hebt; och, of ik een zwaard in mijn hand had! want ik zoude u nu doden.
1 Corinthiërs 7:7
Want ik wilde, dat alle mensen waren, gelijk als ikzelf ben; maar een iegelijk heeft zijn eigen gave van God, de een wel aldus, maar de andere alzo.
1 Corinthiërs 14:5
En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen.
Galaten 5:12
Och, of zij ook afgesneden werden, die u onrustig maken!
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd