Genesis 36:12

En Timna was een bijwijf van Elifaz, den zoon van Ezau, en zij baarde aan Elifaz Amalek; dit zijn de zonen van Ada, Ezau's huisvrouw.

Exodus 17:8-16

Toen kwam Amalek en streed tegen Israel in Rafidim.

Deuteronomium 25:17-19

Gedenkt, wat u Amalek gedaan heeft op den weg, als gij uit Egypte uittoogt;

Genesis 14:7

Daarna keerden zij wederom, en kwamen tot En-Mispat, dat is Kades, en sloegen al het land der Amalekieten, en ook den Amoriet, die te Hazezon-Thamar woonde.

Genesis 36:22

En de zonen van Lotan waren Hori en Hemam; en Lotans zuster was Timna.

Numberi 24:18-20

En Edom zal een erfelijke bezitting zijn; en Seir zal zijn vijanden een erfelijke bezitting zijn; doch Israel zal kracht doen.

Deuteronomium 23:7

Den Edomiet zult gij voor geen gruwel houden, want hij is uw broeder; den Egyptenaar zult gij voor geen gruwel houden want gij zijt een vreemdeling geweest in zijn land.

1 Samuël 15:2-9

Alzo zegt de HEERE der heirscharen: Ik heb bezocht, hetgeen Amalek aan Israel gedaan heeft, hoe hij zich tegen hem gesteld heeft op den weg, toen hij uit Egypte opkwam.

1 Kronieken 1:36

De kinderen van Elifaz waren Theman, en Omar, Zefi, en Gaetham, Kenaz, en Timna, en Amalek.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain