2 En uw vrees, en uw verschrikking zij over al het gedierte der aarde, en over al het gevogelte des hemels; in al wat zich op den aardbodem roert, en in alle vissen der zee; zij zijn in uw hand overgegeven.
2 The fear of you and the terror of you will be on every beast of the earth and on every bird of the sky; with everything that creeps on the ground, and all the fish of the sea, into your hand they are given.
5 En voorwaar, Ik zal uw bloed, het bloed uwer zielen eisen; van de hand van alle gedierte zal Ik het eisen; ook van de hand des mensen, van de hand eens iegelijken zijns broeders zal Ik de ziel des mensen eisen.
5 Surely I will require your lifeblood; from every beast I will require it. And from every man, from every man’s brother I will require the life of man.
10 En met alle levende ziel, die met u is, van het gevogelte, van het vee, en van alle gedierte der aarde met u; van allen, die uit de ark gegaan zijn, tot al het gedierte der aarde toe.
10 and with every living creature that is with you, the birds, the cattle, and every beast of the earth with you; of all that comes out of the ark, even every beast of the earth.
11 En Ik richt Mijn verbond op met u, dat niet meer alle vlees door de wateren des vloeds zal worden uitgeroeid; en dat er geen vloed meer zal zijn, om de aarde te verderven.
11 I establish My covenant with you; and all flesh shall never again be cut off by the water of the flood, neither shall there again be a flood to destroy the earth.”
12 En God zeide: Dit is het teken des verbonds, dat Ik geef tussen Mij en tussen ulieden, en tussen alle levende ziel, die met u is, tot eeuwige geslachten.
12 God said, “This is the sign of the covenant which I am making between Me and you and every living creature that is with you, for all successive generations;
15 Dan zal Ik gedenken aan Mijn verbond, hetwelk is tussen Mij en tussen u, en tussen alle levende ziel van alle vlees; en de wateren zullen niet meer wezen tot een vloed, om alle vlees te verderven.
15 and I will remember My covenant, which is between Me and you and every living creature of all flesh; and never again shall the water become a flood to destroy all flesh.
16 Als deze boog in de wolken zal zijn, zo zal Ik hem aanzien, om te gedenken aan het eeuwig verbond tussen God en tussen alle levende ziel, van alle vlees, dat op de aarde is.
16 When the bow is in the cloud, then I will look upon it, to remember the everlasting covenant between God and every living creature of all flesh that is on the earth.”
23 Toen namen Sem en Jafeth een kleed, en zij legden het op hun beider schouderen, en gingen achterwaarts, en bedekten de naaktheid huns vaders; en hun aangezichten waren achterwaarts, gekeerd zodat zij de naaktheid huns vaders niet zagen.
23 But Shem and Japheth took a garment and laid it upon both their shoulders and walked backward and covered the nakedness of their father; and their faces were turned away, so that they did not see their father’s nakedness.
Public domain
New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org