Genesis 9:22
En Cham, Kanaans vader, zag zijns vaders naaktheid, en hij gaf het zijn beiden broederen daar buiten te kennen.
Genesis 9:25
En hij zeide: Vervloekt zij Kanaan; een knecht der knechten zij hij zijn broederen!
Genesis 10:6
En de zonen van Cham zijn: Cusch en Mitsraim, en Put, en Kanaan.
Genesis 10:15-19
En Kanaan gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,
2 Samuël 1:19-20
O Sieraad van Israel, op uw hoogten is hij verslagen; hoe zijn de helden gevallen!
1 Kronieken 1:8
De kinderen van Cham waren Cusch en Mitsraim, Put, en Kanaan.
1 Kronieken 1:13-16
Kanaan nu gewon Sidon, zijn eerstgeborene, en Heth,
Psalmen 35:20-21
Want zij spreken niet van vrede, maar zij bedenken bedriegelijke zaken tegen de stillen in het land.
Psalmen 40:15
Laat hen verwoest worden tot loon hunner beschaming, die van mij zeggen: Ha, ha!
Psalmen 70:3
Laat hen terugkeren tot loon hunner beschaming, die daar zeggen: Ha, ha!
Spreuken 25:9
Twist uw twistzaak met uw naaste; maar openbaar het heimelijke van een ander niet;
Spreuken 30:17
Het oog, dat den vader bespot, of de gehoorzaamheid der moeder veracht, dat zullen de raven der beek uitpikken, en des arends jongen zullen het eten.
Obadja 1:12-13
Toen zoudt gij niet gezien hebben op den dag uws broeders, den dag zijner vervreemding; noch u verblijd hebben over de kinderen van Juda, ten dage huns ondergangs; noch uw mond groot gemaakt hebben, ten dage der benauwdheid;
Mattheüs 18:15
Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen.
1 Corinthiërs 13:6
Zij verblijdt zich niet in de ongerechtigheid, maar zij verblijdt zich in de waarheid;
Galaten 6:1
Broeders, indien ook een mens vervallen ware door enige misdaad, gij, die geestelijk zijt, brengt den zodanige te recht met den geest der zachtmoedigheid; ziende op uzelven, opdat ook gij niet verzocht wordt.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd