Haggaï 2:22

Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.

Micha 5:10

En Ik zal de steden uws lands uitroeien, en Ik zal al uw vestingen afbreken.

Richteren 7:22

Als de driehonderd met de bazuinen bliezen, zo zette de HEERE het zwaard des een tegen den anderen, en dat in het ganse leger; en het leger vluchtte tot Beth-Sitta toe naar Tseredath, tot aan de grens van Abel-Mehola, boven Tabbath.

Psalmen 46:9

Die de oorlogen doet ophouden tot aan het einde der aarde, de boog verbreekt, en de spies aan twee slaat, de wagenen met vuur verbrandt.

Ezechiël 39:20

En gij zult verzadigd worden aan Mijn tafel van rij paarden en wagen paarden, van helden en alle krijgslieden, spreekt de Heere HEERE.

Zefanja 3:8

Daarom verwacht Mij, spreekt de HEERE, ten dage als Ik Mij opmake tot den roof; want Mijn oordeel is, de heidenen te verzamelen, de koninkrijken te vergaderen, om over hen Mijn gramschap, de ganse hittigheid Mijns toorns uit te storten, want dit ganse land zal door het vuur van Mijn ijver verteerd worden.

Mattheüs 24:7

Want het ene volk zal tegen het andere volk opstaan, en het ene koninkrijk tegen het andere koninkrijk; en er zullen zijn hongersnoden, en pestilentien, en aardbevingen in verscheidene plaatsen.

Exodus 14:17

En Ik, zie, Ik zal het hart der Egyptenaren verstokken, dat zij na hen daarin gaan; en Ik zal verheerlijkt worden aan Farao en aan al zijn heir, aan zijn wagenen en aan zijn ruiteren.

Exodus 14:28

Want als de wateren wederkeerden, zo bedekten zij de wagenen en de ruiters van het ganse heir van Farao, dat hen nagevolgd was in de zee; er bleef niet een van hen over.

Exodus 15:4

Hij heeft Farao's wagenen en zijn heir in de zee geworpen; en de keure zijner hoofdlieden zijn verdronken in de Schelfzee.

Exodus 15:19

Want Farao's paard, met zijn wagen, met zijn ruiters, zijn in de zee gekomen, en de HEERE heeft de wateren der zee over hen doen wederkeren; maar de kinderen Israels zijn op het droge in het midden van de zee gegaan.

1 Samuël 14:16

Als nu de wachters van Saul te Gibea-Benjamins zagen, dat, ziet, de menigte versmolt, en doorging, en geklopt werd;

2 Kronieken 20:22

Ter tijd nu, als aanhieven met een vreugdegeroep en lofzang, stelde de HEERE achterlagen tegen de kinderen Ammons, Moab, en die van het gebergte Seir, die tegen Juda gekomen waren; en zij werden geslagen.

Psalmen 76:6

Van Uw schelden, o God van Jakob! is samen wagen en paard in slaap gezonken.

Jesaja 9:19

Zo hij ter rechterhand snijdt, zal hij toch hongeren, en zo hij ter linkerhand eet, zal hij toch niet verzadigd worden; een iegelijk zal het vlees zijns arms eten;

Jesaja 19:2

Want Ik zal de Egyptenaren tegen de Egyptenaren verwarren, dat zij zullen strijden een iegelijk tegen zijn broeder, en een iegelijk tegen zijn naaste, stad tegen stad, koninkrijk tegen koninkrijk.

Jesaja 60:12

Want het volk en het koninkrijk, welke u niet zullen dienen, die zullen vergaan; en die volken zullen gans verwoest worden.

Ezechiël 21:27

Ik zal die kroon omgekeerd, omgekeerd, omgekeerd stellen; ja, zij zal niet zijn, totdat hij kome, die daartoe recht heeft, en dien Ik dat geven zal.

Daniël 2:34-35

Dit zaagt gij, totdat er een steen afgehouwen werd zonder handen, die sloeg dat beeld aan zijn voeten van ijzer en leem, en vermaalde ze.

Daniël 2:44-45

Doch in de dagen van die koningen zal de God des hemels een Koninkrijk verwekken, dat in der eeuwigheid niet zal verstoord worden; en dat Koninkrijk zal aan geen ander volk overgelaten worden; het zal al die koninkrijken vermalen, en te niet doen, maar zelf zal het in alle eeuwigheid bestaan.

Daniël 7:25-27

En het zal woorden spreken tegen den Allerhoogste, en het zal de heiligen der hoge plaatsen verstoren, en het zal menen de tijden en de wet te veranderen, en zij zullen in deszelfs hand overgegeven worden tot een tijd, en tijden, en een gedeelte eens tijds.

Daniël 8:25

En door zijn kloekheid zo zal hij de bedriegerij doen gedijen in zijn hand; en hij zal zich in zijn hart verheffen; en in stille rust zal hij er velen verderven, en zal staan tegen den Vorst der vorsten, doch hij zal zonder hand verbroken worden.

Micha 5:8

Uw hand zal verhoogd zijn boven uw wederpartijders, en al uw vijanden zullen uitgeroeid worden.

Zacharia 4:6

Toen antwoordde Hij, en sprak tot mij, zeggende: Dit is het woord des HEEREN tot Zerubbabel, zeggende: Niet door kracht noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschieden, zegt de HEERE der heirscharen.

Zacharia 9:10

En Ik zal de wagens uit Efraim uitroeien, en de paarden uit Jeruzalem; ook zal de strijdboog uitgeroeid worden, en Hij zal den heidenen vrede spreken; en Zijn heerschappij zal zijn van zee tot aan zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde.

Zacharia 10:11

En Hij zal door de zee gaan, die benauwende, en Hij zal de golven in de zee slaan, en al de diepten der rivieren zullen verdrogen; dan zal de hoogmoed van Assur nedergeworpen worden, en de schepter van Egypte zal wegwijken.

Zacharia 12:2-5

Ziet, Ik zal Jeruzalem stellen tot een drinkschaal der zwijmeling allen volken rondom; ja, ook zal zij zijn over Juda, in de belegering tegen Jeruzalem.

Zacharia 14:3

En de HEERE zal uittrekken, en Hij zal strijden tegen die heidenen, gelijk ten dage als Hij gestreden heeft, ten dage des strijds.

Openbaring 11:15

En de zevende engel heeft gebazuind, en er geschiedden grote stemmen in den hemel, zeggende: De koninkrijken der wereld zijn geworden onzes Heeren en van Zijn Christus, en Hij zal als Koning heersen in alle eeuwigheid.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain