Handelingen 11:17

Indien dan God hun evengelijke gave gegeven heeft, als ook ons, die in de Heere Jezus Christus geloofd hebben, wie was ik toch, die God konde weren?

Handelingen 10:47

Kan ook iemand het water weren, dat dezen niet gedoopt zouden worden, welke den Heiligen Geest ontvangen hebben, gelijk als ook wij?

Job 9:12-14

Zie, Hij zal roven, wie zal het Hem doen wedergeven? Wie zal tot Hem zeggen: Wat doet Gij?

Job 33:13

Waarom hebt gij tegen Hem getwist? Want Hij antwoordt niet van al Zijn daden.

Job 40:2

Gord nu als een man uw lenden; Ik zal u vragen, en onderricht Mij.

Job 40:8-9

Verberg hen te zamen in het stof; verbind hun aangezichten in het verborgen!

Daniël 4:35

En al de inwoners der aarde zijn als niets geacht, en Hij doet naar Zijn wil met het heir des hemels en de inwoners der aarde, en er is niemand, die Zijn hand afslaan, of tot Hem zeggen kan: Wat doet Gij?

Mattheüs 20:14-15

Neem het uwe en ga heen. Ik wil deze laatsten ook geven, gelijk als u.

Handelingen 5:39

Maar indien het uit God is, zo kunt gij dat niet breken; opdat gij niet misschien bevonden wordt ook tegen God te strijden.

Handelingen 10:45

En de gelovigen, die uit de besnijdenis waren, zovelen als met Petrus gekomen waren, ontzetten zich, dat de gave des Heiligen Geestes ook op de heidenen uitgestort werd.

Handelingen 11:15

En als ik begon te spreken, viel de Heilige Geest op hen, gelijk ook op ons in het begin.

Handelingen 15:8-9

En God, de Kenner der harten, heeft hun getuigenis gegeven, hun gevende den Heiligen Geest, gelijk als ook ons;

Romeinen 9:15-16

Want Hij zegt tot Mozes: Ik zal Mij ontfermen, diens Ik Mij ontferm, en zal barmhartig zijn, dien Ik barmhartig ben.

Romeinen 9:20-26

Maar toch, o mens, wie zijt gij, die tegen God antwoordt? Zal ook het maaksel tot dengene, die het gemaakt heeft, zeggen: Waarom hebt gij mij alzo gemaakt?

Romeinen 11:34-36

Want wie heeft den zin des Heeren gekend? Of wie is Zijn raadsman geweest?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain