Handelingen 16:8

En zij, Mysie voorbij gereisd zijnde, kwamen af tot Troas.

2 Corinthiër 2:12

Voorts, als ik te Troas kwam, om het Evangelie van Christus te prediken, en als mij een deur geopend was in den Heere, zo heb ik geen rust gehad voor mijn geest, omdat ik Titus, mijn broeder, niet vond;

2 Timotheüs 4:13

Breng den reismantel mede, dien ik te Troas bij Karpus gelaten heb, als gij komt, en de boeken, inzonderheid de perkamenten.

Handelingen 16:11

Van Troas dan afgevaren zijnde, liepen wij recht naar Samothrace, en den volgende dag naar Neapolis.

Handelingen 20:5

Dezen, vooraf heengegaan zijnde, wachtten ons te Troas.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain