Handelingen 17:21

(Die van Athene nu allen, en de vreemdelingen, die zich daar onthielden, besteedden hun tijd tot niets anders dan om wat nieuws te zeggen en te horen.)

Efeziërs 5:16

Den tijd uitkopende, dewijl de dagen boos zijn.

Colossenzen 4:5

Wandelt met wijsheid bij degenen, die buiten zijn, den bekwamen tijd uitkopende.

2 Thessalonicenzen 3:11-12

Want wij horen, dat sommigen onder u ongeregeld wandelen, niet werkende, maar ijdele dingen doende.

1 Timotheüs 5:13

En meteen ook leren zij ledig omgaan bij de huizen; en zijn niet alleen ledig, maar ook klapachtig, en ijdele dingen doende, sprekende, hetgeen niet betaamt.

2 Timotheüs 2:16-17

Maar stel u tegen het ongoddelijk ijdelroepen; want zij zullen in meerdere goddeloosheid toenemen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd