Handelingen 23:15

Gij dan nu, laat den overste weten met den raad, dat hij hem morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere kennis zoudt nemen van zijn zaken; en wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij u komt.

Psalmen 21:11

Want zij hebben kwaad tegen U aangelegd; zij hebben een schandelijke daad bedacht, doch zullen niets vermogen.

Psalmen 37:32-33

Tsade. De goddeloze loert op den rechtvaardige, en zoekt hem te doden.

Spreuken 1:11-12

Indien zij zeggen: Ga met ons, laat ons loeren op bloed, ons versteken tegen den onschuldige, zonder oorzaak;

Spreuken 1:16

Want hun voeten lopen ten boze; en zij haasten zich om bloed te storten.

Spreuken 4:16

Want zij slapen niet, zo zij geen kwaad gedaan hebben; en hun slaap wordt weggenomen, zo zij niet iemand hebben doen struikelen.

Jesaja 59:7

Hun voeten lopen tot het kwade, en zij haasten om onschuldig bloed te vergieten; hun gedachten zijn gedachten der ongerechtigheid, verstoring en verbreking is op hun banen.

Handelingen 22:30-1

En des anderen daags, willende de zekerheid weten, waarom hij van de Joden beschuldigd werd, maakte hij hem los van de banden, en beval, dat de overpriesters en hun gehele raad zouden komen; en Paulus afgebracht hebbende, stelde hij hem voor hen.

Handelingen 25:3

Begerende gunst tegen hem, opdat hij hem zou doen komen te Jeruzalem; en leggende een lage, om hem op den weg om te brengen.

Romeinen 3:14-16

Welker mond vol is van vervloeking en bitterheid;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain