Handelingen 3:8

En hij, opspringende, stond en wandelde, en ging met hen in den tempel, wandelende en springende, en lovende God.

Handelingen 14:10

Zeide met grote stem: Sta recht op uw voeten! En hij sprong op en wandelde.

Jesaja 35:6

Alsdan zal de kreupele springen als een hert, en de tong des stommen zal juichen; want in de woestijn zullen wateren uitbarsten, en beken in de wildernis.

Psalmen 103:1-2

Een psalm van David. Loof den HEERE, mijn ziel, en al wat binnen in mij is, Zijn heiligen Naam.

Psalmen 107:20-22

Hij zond Zijn woord uit, en heelde hen, en rukte hen uit hun kuilen.

Lukas 6:23

Verblijdt u in dien dag, en zijt vrolijk; want, ziet, uw loon is groot in den hemel; want hun vaders deden desgelijks den profeten.

Lukas 17:15-18

En een van hen, ziende, dat hij genezen was, keerde wederom, met grote stemme God verheerlijkende.

Lukas 18:43

En terstond werd hij ziende, en volgde Hem, God verheerlijkende. En al het volk, dat ziende, gaf Gode lof.

Johannes 5:8-9

Jezus zeide tot hem: Sta op, neem uw beddeken op, en wandel.

Johannes 5:14

Daarna vond hem Jezus in den tempel, en zeide tot hem: Zie, gij zijt gezond geworden; zondig niet meer, opdat u niet wat ergers geschiede.

Treasury of Scripture Knowledge did not add