Handelingen 9:25

Doch de discipelen namen hem des nachts, en lieten hem neder door den muur, hem aflatende in een mand.

2 Corinthiër 11:33

En ik werd door een venster in een mand over den muur nedergelaten, en ontvlood zijn handen.

Jozua 2:15

Zij liet hen dan neder met een zeel door het venster; want haar huis was op den stadsmuur; en zij woonde op den muur.

1 Samuël 19:11-12

Maar Saul zond boden heen tot Davids huis, dat zij hem bewaarden, en dat zij hem des morgens doodden. Dit gaf Michal, zijn huisvrouw, David te kennen, zeggende: Indien gij uw ziel dezen nacht niet behoedt, zo zult gij morgen gedood worden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain