Hooglied 1:16
Zie, gij zijt schoon, mijn Liefste, ja, liefelijk; ook groent onze bedstede.
Hooglied 2:3
Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet.
Psalmen 45:2
Gij zijt veel schoner dan de mensenkinderen; genade is uitgestort in Uw lippen; daarom heeft U God gezegend in eeuwigheid.
Psalmen 110:3
Uw volk zal zeer gewillig zijn op den dag Uwer heirkracht, in heilig sieraad; uit de baarmoeder des dageraads zal U de dauw Uwer jeugd zijn.
Hooglied 3:7
Ziet, het bed, dat Salomo heeft, daar zijn zestig helden rondom van de helden van Israel;
Hooglied 5:10-16
Mijn Liefste is blank en rood, Hij draagt de banier boven tien duizend.
Zacharia 9:17
Want hoe groot zal zijn goed wezen en hoe groot zal zijn schoonheid wezen! Het koren zal de jongelingen, en de most zal de jonkvrouwen sprekende maken.
Filippenzen 3:8-9
Ja, gewisselijk, ik acht ook alle dingen schade te zijn, om de uitnemendheid der kennis van Christus Jezus, mijn Heere; om Wiens wil ik al die dingen schade gerekend heb, en acht die drek te zijn, opdat ik Christus moge gewinnen.
Openbaring 5:11-13
En ik zag, en ik hoorde een stem veler engelen rondom den troon, en de dieren, en de ouderlingen; en hun getal was tien duizendmaal tien duizenden, en duizendmaal duizenden;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd