1 Och, dat Gij mij als een Broeder waart, zuigende de borsten mijner moeder! dat ik U op de straat vond, ik zou U kussen, ook zouden zij mij niet verachten.
1 “Oh that you were like a brother to meWho nursed at my mother’s breasts.If I found you outdoors, I would kiss you;No one would despise me, either.
2 Ik zou U leiden, ik zou U brengen in mijner moeders huis, Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijwijn te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen.
2 “I would lead you and bring youInto the house of my mother, who used to instruct me;I would give you spiced wine to drink from the juice of my pomegranates.
5 Wie is zij, die daar opklimt uit de woestijn, en liefelijk leunt op haar Liefste? Onder den appelboom heb ik u opgewekt, daar heeft u uw moeder met smart voortgebracht, daar heeft zij u met smart voortgebracht, die u gebaard heeft.
5 “Who is this coming up from the wildernessLeaning on her beloved?” “Beneath the apple tree I awakened you;There your mother was in labor with you,There she was in labor and gave you birth.
6 Zet mij als een zegel op Uw hart, als een zegel op Uw arm; want de liefde is sterk als de dood; de ijver is hard als het graf; haar kolen zijn vurige kolen, vlammen des HEEREN.
6 “Put me like a seal over your heart,Like a seal on your arm.For love is as strong as death,Jealousy is as severe as Sheol;Its flashes are flashes of fire,The very flame of the Lord.
7 Vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen; ja, de rivieren zouden ze niet verdrinken; al gaf iemand al het goed van zijn huis voor deze liefde, men zou hem te enenmale verachten.
7 “Many waters cannot quench love,Nor will rivers overflow it;If a man were to give all the riches of his house for love,It would be utterly despised.”
12 Mijn wijngaard, dien ik heb, is voor mijn aangezicht; de duizend zilverlingen zijn voor u, o Salomo! maar tweehonderd zijn voor de hoeders van deszelfs vrucht.
12 “My very own vineyard is at my disposal;The thousand shekels are for you, Solomon,And two hundred are for those who take care of its fruit.”