Hosea 13:12
Efraims ongerechtigheid is samengebonden, zijn zonde is opgelegd.
Job 14:17
Mijn overtreding is in een bundeltje verzegeld, en Gij pakt mijn ongerechtigheid opeen.
Deuteronomium 32:34-35
Is dat niet bij Mij opgesloten, verzegeld in Mijn schatten?
Romeinen 2:5
Maar naar uw hardigheid, en onbekeerlijk hart, vergadert gij uzelven toorn als een schat, in den dag des toorns, en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods.
Job 21:19
Dat God Zijn geweld weglegt, voor Zijn kinderen, hem vergeldt, dat hij het gewaar wordt;
Treasury of Scripture Knowledge did not add