Hosea
- 122 En
- 102 De
- 91 Zal
- 83 Zij
- 77 Ik
- 76 Een
- 65 Zijn
- 64 Het
- 62 Van
- 48 Als
- 48 Den
- 47 Want
- 44 Niet
- 44 Zullen
- 43 Hun
- 43 Tot
- 35 Hij
- 35 Maar
- 34 Mij
- 33 Heere
- 30 Mijn
- 29 Die
- 29 Efraim
- 28 Israel
- 28 Met
- 27 Te
- 26 Der
- 26 Hen
- 25 Heeft
- 25 Hem
- 24 Dat
- 24 Op
- 24 Zich
- 23 Des
- 23 Uw
- 22 God
- 20 Gij
- 20 Hebben
- 19 Haar
- 19 Worden
- 19 Ze
- 17 Doen
- 16 Naar
- 15 Daarom
- 15 Juda
- 14 Dan
- 14 Geen
- 14 Israels
- 14 Kinderen
- 14 Nu
- 14 Om
- 14 Ook
- 14 Over
- 13 Koning
- 13 Tegen
- 13 Voor
- 13 Zo
- 12 Al
- 12 Gelijk
- 12 Heb
- 12 Omdat
- 12 Ongerechtigheid
- 12 Uit
- 11 Aan
- 11 Dagen
- 11 Door
- 11 Hunlieder
- 11 Onder
- 10 Geworden
- 10 Huis
- 10 Ja
- 10 Maken
- 10 Volk
- 9 Er
- 9 Hart
- 9 Heeren
- 8 Af
- 8 Assur
- 8 Dage
- 8 Egypte
- 8 Land
- 8 Vorsten
- 8 Weg
- 7 Aangezicht
- 7 Ben
- 7 Boelen
- 7 Meer
- 7 Ons
- 7 Vanwege
- 7 Zeggen
- 7 Zult
- 6 Beth
- 6 Dewijl
- 6 Gemaakt
- 6 Hoereren
- 6 Kennen
- 6 Koren
- 6 Most
- 6 Samaria
- 6 Ten
Hosea
- 197
- 17 Den heer
- 16 De heer
- 16 De Heere
- 16 De Heere
- 6 Mijn volk.
- 4 Huis Israëls
- 4 Uit Egypte
- 3 Het woord
- 3 Ik ben
- 3 Ik ben
- 3 In de woestijn
- 3 In de woestijn
- 2 Door het zwaard
- 2 Heere zeide
- 2 Met God
- 2 Nieuwe Maan
- 2 Voor mij
- 1 Andere goden
- 1 Andere goden
- 1 Andere goden
- 1 Brullen als een leeuw
- 1 Dag des Heeren
- 1 Door de profeten
- 1 Geen kennis
- 1 Gegoten beeld
- 1 Het is I
- 1 Het Koninkrijk
- 1 Het Koninkrijk
- 1 Hij komt
- 1 Hoe lang
- 1 Huis van Juda
- 1 Ik ben de HEERE
- 1 Ik ben God
- 1 In het land
- 1 Kennis van God
- 1 Kennis verworpen.
- 1 Koning van Israël
- 1 Mijn verbond
- 1 Mijn verbond
- 1 Vallen door het zwaard
- 1 Valselijk zweren
- 1 Van de aarde
- 1 Van de aarde
- 1 Van God
- 1 Zilver en Goud