Parallel Verses

Dutch Staten Vertaling

En die afwijken, verdiepen zich om te slachten; maar Ik zal hun allen een tuchtmeester zijn.

New American Standard Bible

The revolters have gone deep in depravity, But I will chastise all of them.

Kruisreferenties

Hosea 9:15

Al hun boosheid is te Gilgal, want daar heb Ik ze gehaat, om de boosheid van hun handelingen; Ik zal ze uit Mijn huis uitdrijven, Ik zal ze voortaan niet meer liefhebben; al hun vorsten zijn afvalligen.

Jesaja 29:15

Wee dengenen, die zich diep versteken willen voor den HEERE, hun raad verbergende; en welker werken in duisterheid geschieden, en zij zeggen: Wie ziet ons, en wie kent ons?

Hosea 6:9

Gelijk de benden der straatschenders op iemand wachten, alzo is het gezelschap der priesteren; zij moorden op den weg naar Sichem, waarlijk, zij doen schandelijke daden.

Psalmen 64:3-6

Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl;

Psalmen 140:1-5

Een psalm van David, voor den opperzangmeester. (1a) Red mij, HEERE! van den kwaden mens; behoed mij voor den man alles gewelds;

Jesaja 1:5

Waartoe zoudt gij meer geslagen worden? Gij zoudt des afvals des te meer maken; het ganse hoofd is krank, en het ganse hart is mat.

Jeremia 5:3

O HEERE! zien Uw ogen niet naar waarheid? Gij hebt hen geslagen, maar zij hebben geen pijn gevoeld; Gij hebt hen verteerd, maar zij hebben geweigerd de tucht aan te nemen; zij hebben hun aangezichten harder gemaakt dan een steenrots, zij hebben geweigerd zich te bekeren.

Jeremia 6:28

Zij zijn allen de afvalligsten der afvalligen, wandelende in achterklap; zij zijn koper en ijzer; zij zijn altemaal verdervers.

Jeremia 11:18-19

De HEERE nu heeft het mij te kennen gegeven, dat ik het wete; toen hebt Gij mij hun handelingen doen zien.

Jeremia 18:18

Toen zeiden zij: Komt aan, laat ons gedachten tegen Jeremia denken; want de wet zal niet vergaan van den priester, noch de raad van den wijze, noch het woord van den profeet; komt aan, en laat ons hem slaan met de tong, en laat ons niet luisteren naar enige zijner woorden!

Jeremia 25:3-7

Van het dertiende jaar van Josia, den zoon van Amon, den koning van Juda, tot op dezen dag toe (dit is het drie en twintigste jaar) is het woord des HEEREN tot mij geschied; en ik heb tot ulieden gesproken, vroeg op zijnde en sprekende, maar gij hebt niet gehoord.

Hosea 4:2

Maar vloeken en liegen, en doodslaan, en stelen, en overspel doen; zij breken door, en bloedschulden raken aan bloedschulden.

Hosea 6:5

Daarom heb Ik hen behouwen door de profeten; Ik heb ze gedood door de redenen Mijns monds; en uw oordelen zullen voortkomen aan het licht.

Amos 4:6-12

Daarom heb Ik ulieden ook reinheid der tanden gegeven in al uw steden, en gebrek van brood in al uw plaatsen; nochtans hebt gij u niet bekeerd tot Mij, spreekt de HEERE.

Zefanja 3:1-2

Wee der ijselijke, en der bevlekte, der verdrukkende stad!

Lukas 22:2-5

En de overpriesters en de Schriftgeleerden zochten, hoe zij Hem ombrengen zouden; want zij vreesden het volk.

Handelingen 23:12-15

En als het dag geworden was, maakten sommigen van de Joden een samenrotting, en vervloekten zichzelven, zeggende, dat zij noch eten noch drinken zouden, totdat zij Paulus zouden gedood hebben.

Openbaring 3:19

Zo wie Ik liefheb, die bestraf en kastijd Ik; wees dan ijverig, en bekeer u.

Public domain

New American Standard Bible Copyright ©1960, 1962, 1963, 1968, 1971, 1972, 1973, 1975, 1977, 1995 by The Lockman Foundation, La Habra, Calif. All rights reserved. For Permission to Quote Information visit http://www.lockman.org