Jakobus 3:8

Maar de tong kan geen mens temmen; zij is een onbedwingelijk kwaad, vol van dodelijk venijn.

Psalmen 140:3

Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela.

Romeinen 3:13

Hun keel is een geopend graf; met hun tongen plegen zij bedrog; slangenvenijn is onder hun lippen.

Prediker 10:11

Indien de slang gebeten heeft, eer der bezwering geschied is, dan is er geen nuttigheid voor den allerwelsprekendsten bezweerder.

Deuteronomium 32:33

Hun wijn is vurig drakenvenijn, en een wreed adderenvergift.

Psalmen 55:21

Zijn mond is gladder dan boter, maar zijn hart is krijg; zijn woorden zijn zachter dan olie, maar dezelve zijn blote zwaarden.

Psalmen 57:4

Mijn ziel is in het midden der leeuwen, ik lig onder stokebranden, mensenkinderen, welker tanden spiesen en pijlen zijn, en hun tong een scherp zwaard.

Psalmen 58:4

Zij hebben vurig venijn, naar gelijkheid van vurig slangenvenijn; zij zijn als een dove adder, die haar oren toestopt;

Psalmen 59:7

Zie, zij storten overvloediglijk uit met hun mond; zwaarden zijn op hun lippen; want wie hoort het?

Psalmen 64:3-4

Die hun tong scherpen als een zwaard, een bitter woord aanleggen als hun pijl;

Jakobus 3:6

De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel.

Openbaring 12:9

En de grote draak is geworpen, namelijk de oude slang, welke genaamd wordt duivel en satanas, die de gehele wereld verleidt, hij is, zeg ik, geworpen op de aarde; en zijn engelen zijn met hem geworpen.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain