Jeremia 5:25
Uw ongerechtigheden wenden die dingen af, en uw zonden weren dat goede van ulieden.
Jeremia 3:3
Daarom zijn de regendruppelen ingehouden, en er is geen spade regen geweest. Maar gij hebt een hoerenvoorhoofd, gij weigert schaamrood te worden.
Deuteronomium 28:23-24
En uw hemel, die boven uw hoofd is, zal koper zijn, en de aarde, die onder u is, zal ijzer zijn.
Psalmen 107:17
De zotten worden om den weg hunner overtreding, en om hun ongerechtigheden geplaagd;
Psalmen 107:34
Het vruchtbaar land tot zouten grond, om de boosheid dergenen, die daarin wonen.
Jesaja 59:2
Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen ulieden en tussen uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort.
Jeremia 2:17-19
Doet gij dit niet zelven, doordien gij den HEERE, uw God, verlaat, ten tijde als Hij u op den weg leidt?
Klaagliederen 3:39
Mem. Wat klaagt dan een levend mens? Een ieder klage vanwege zijn zonden.
Klaagliederen 4:22
Thau. Uw ongerechtigheid heeft een einde, o gij dochter Sions! Hij zal u niet meer gevankelijk doen wegvoeren; maar uw ongerechtigheid, o gij dochter Edoms! zal Hij bezoeken; Hij zal uw zonden ontdekken.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd