Job 11:13
Indien gij uw hart bereid hebt, zo breid uw handen tot Hem uit.
1 Samuël 7:3
Toen sprak Samuel tot het ganse huis van Israel, zeggende: Indien gijlieden u met uw ganse hart tot den HEERE bekeert, zo doet de vreemde goden uit het midden van u weg, ook de Astharoths; en richt uw hart tot den HEERE, en dient Hem alleen, zo zal Hij u uit de hand der Filistijnen rukken.
Psalmen 78:8
En dat zij niet zouden worden gelijk hun vaders, een wederhorig en wederspannig geslacht; een geslacht, dat zijn hart niet richtte, en welks geest niet getrouw was met God.
Psalmen 88:9
Mijn oog treurt vanwege verdrukking; HEERE! ik roep tot U den gansen dag; ik strek mijn handen uit tot U.
Psalmen 143:6
Ik breid mijn handen uit tot U; mijn ziel is voor U als een dorstig land. Sela.
2 Kronieken 12:14
En hij deed dat kwaad was, dewijl hij zijn hart niet richtte, om den HEERE te zoeken.
2 Kronieken 19:3
Evenwel goede dingen zijn bij u gevonden; want gij hebt de bossen uit het land weggedaan, en uw hart gericht om God te zoeken.
Job 5:8
Doch ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten;
Job 8:5-6
Maar indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt;
Job 22:21-22
Gewen u toch aan Hem, en heb vrede; daardoor zal u het goede overkomen.
Psalmen 68:31
Prinselijke gezanten zullen komen uit Egypte; Morenland zal zich haasten zijn handen tot God uit te strekken.
Lukas 12:47
En die dienstknecht, welke geweten heeft den wil zijns heeren, en zich niet bereid, noch naar zijn wil gedaan heeft, die zal met vele slagen geslagen worden.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd