Job 5:8
Doch ik zou naar God zoeken, en tot God mijn aanspraak richten;
Psalmen 50:15
En roept Mij aan in den dag der benauwdheid; Ik zal er u uithelpen, en gij zult Mij eren.
Genesis 32:7-12
Toen vreesde Jakob zeer, en hem was bange; en hij verdeelde het volk, dat met hem was, en de schapen, en de runderen, en de kemels, in twee heiren;
2 Kronieken 33:12-13
En als hij hem benauwde, bad hij het aangezicht des HEEREN, zijns Gods, ernstelijk aan, en vernederde zich zeer voor het aangezicht van den God zijner vaderen,
Job 8:5
Maar indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt;
Job 22:21
Gewen u toch aan Hem, en heb vrede; daardoor zal u het goede overkomen.
Job 22:27
Gij zult tot Hem ernstiglijk bidden, en Hij zal u verhoren; en gij zult uw geloften betalen.
Psalmen 37:5
Gimel. Wentel uw weg op den HEERE, en vertrouw op Hem; Hij zal het maken;
Psalmen 77:1-2
Een psalm van Asaf, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (1a) Mijn stem is tot God, en ik roep; mijn stem is tot God, en Hij zal het oor tot mij neigen.
Jona 2:1-7
En Jona bad tot den HEERE, zijn God, uit het ingewand van den vis.
2 Timotheüs 1:12
Om welke oorzaak ik ook deze dingen lijde, maar word niet beschaamd; want ik weet, Wien ik geloofd heb, en ik ben verzekerd, dat Hij machtig is, mijn pand, bij Hem weggelegd, te bewaren tot dien dag.
1 Petrus 2:23
Die, als Hij gescholden werd, niet wederschold, en als Hij leed, niet dreigde; maar gaf het over aan Dien, Die rechtvaardiglijk oordeelt;
1 Petrus 4:19
Zo dan ook die lijden naar den wil van God, dat zij hun zielen Hem, als den getrouwen Schepper, bevelen met weldoen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd