Job 16:20
Mijn vrienden zijn mijn bespotters; doch mijn oog druipt tot God.
Job 12:4-5
Ik ben het, die zijn vriend een spot is, maar roepende tot God, Die hem verhoort; de rechtvaardige en oprechte is een spot.
Job 16:4
Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?
Job 17:2
Zijn niet bespotters bij mij, en overnacht niet mijn oog in hunlieder verbittering?
Psalmen 109:4
Voor mijn liefde, staan zij mij tegen; maar ik was steeds in het gebed.
Psalmen 142:2
Ik stortte mijn klacht uit voor Zijn aangezicht; ik gaf te kennen voor Zijn aangezicht mijn benauwdheid.
Hosea 12:4-5
In moeders buik hield hij zijn broeder bij de verzenen; en in zijn kracht gedroeg hij zich vorstelijk met God.
Lukas 6:11-12
En zij werden vervuld met uitzinnigheid, en spraken samen met elkander, wat zij Jezus doen zouden.
Hebreeën 5:7
Die in de dagen Zijns vleses, gebeden en smekingen tot Dengene, Die Hem uit den dood kon verlossen, met sterke roeping en tranen geofferd hebbende, en verhoord zijnde uit de vreze.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd