Parallel Verses
Dutch Staten Vertaling
Zou ik ook, als gijlieden, spreken, indien uw ziel ware in mijner ziele plaats? Zou ik woorden tegen u samenhopen, en zou ik over u met mijn hoofd schudden?
New American Standard Bible
"I too could speak like you, If I were in your place. I could compose words against you And shake my head at you.
Kruisreferenties
Psalmen 22:7
Allen, die mij zien, bespotten mij; zij steken de lip uit, zij schudden het hoofd, zeggende:
Psalmen 109:25
Nog ben ik hun een smaad; als zij mij zien, zo schudden zij hun hoofd.
Klaagliederen 2:15
Samech. Allen, die over weg gaan, klappen met de handen over u, zij fluiten en schudden hun hoofd over de dochter Jeruzalems, zeggende: Is dit die stad, waar men van zeide, dat zij volkomen van schoonheid was, een vreugde der ganse aarde?
2 Koningen 19:21
Dit is het woord, dat de HEERE over hem gesproken heeft: De jonkvrouw, de dochter van Sion, veracht u, zij bespot u, de dochter van Jeruzalem schudt het hoofd achter u.
Jeremia 18:16
Om hun land te stellen tot een ontzetting, tot eeuwige aanfluitingen; al wie daar voorbijgaat, zal zich ontzetten, en met zijn hoofd schudden.
Job 6:2-5
Och, of mijn verdriet recht gewogen wierd, en men mijn ellende samen in een weegschaal ophief!
Job 6:14
Aan hem, die versmolten is, zou van zijn vriend weldadigheid geschieden; of hij zou de vreze des Almachtigen verlaten.
Job 11:2
Zou de veelheid der woorden niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht hebben?
Job 35:16
Zo heeft Job in ijdelheid zijn mond geopend, en zonder wetenschap woorden vermenigvuldigd.
Psalmen 44:14
Gij stelt ons tot een spreekwoord onder de heidenen, tot een hoofdschudding onder de volken.
Spreuken 10:19
In de veelheid der woorden ontbreekt de overtreding niet; maar die zijn lippen wederhoudt, is kloek verstandig.
Prediker 10:14
De dwaas maakt wel veel woorden; maar de mens weet niet, wat het zij, dat geschieden zal; en wat na hem geschieden zal, wie zal het hem te kennen geven?
Zefanja 2:15
Dit is die stad, die opspringt van vreugde, die zeker woont, die in haar hart zegt: Ik ben het, en buiten mij is geen meer; hoe is zij geworden tot woestheid, een rustplaats van het gedierte! Een ieder, die daardoor trekt, zal ze aanfluiten, hij zal zijn hand bewegen.
Mattheüs 7:12
Alle dingen dan, die gij wilt, dat u de mensen zouden doen, doet gij hun ook alzo; want dat is de wet en de profeten.
Mattheüs 27:39-40
En die voorbijgingen, lasterden Hem, schuddende hun hoofden,
Romeinen 12:15
Verblijdt u met de blijden; en weent met de wenenden.
1 Corinthiërs 12:26
En hetzij dat een lid lijdt, zo lijden al de leden mede; hetzij dat een lid verheerlijkt wordt, zo verblijden zich al de leden mede.