Job 17:10

Maar toch gij allen, keert weder, en komt nu; want ik vind onder u geen wijze.

Job 6:29

Keert toch weder, laat er geen onrecht wezen, ja, keert weder; nog zal mijn gerechtigheid daarin zijn.

Job 12:2

Trouwens, omdat gijlieden het volk zijt, zo zal de wijsheid met ulieden sterven!

Job 15:9

Wat weet gij, dat wij niet weten? Wat verstaat gij, dat bij ons niet is?

Job 17:4

Want hun hart hebt Gij van kloek verstand verborgen; daarom zult Gij hen niet verhogen.

Job 32:9

De groten zijn niet wijs, en de ouden verstaan het recht niet.

Job 42:7

Het geschiedde nu, nadat de HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz, den Themaniet, zeide: Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.

Maleachi 3:18

Dan zult gijlieden wederom zien, het onderscheid tussen den rechtvaardige en den goddeloze, tussen dien, die God dient, en dien, die Hem niet dient.

1 Corinthiërs 1:20

Waar is de wijze? Waar is de schriftgeleerde? Waar is de onderzoeker dezer eeuw? Heeft God de wijsheid dezer wereld niet dwaas gemaakt?

1 Corinthiërs 6:5

Ik zeg u dit tot schaamte. Is er dan alzo onder u geen, die wijs is, ook niet een, die zou kunnen oordelen tussen zijn broeders?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain