Job 18:1

Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

Job 2:11

Als nu de drie vrienden van Job gehoord hadden al dit kwaad, dat over hem gekomen was, kwamen zij, ieder uit zijn plaats, Elifaz, de Themaniet, en Bildad, de Suhiet, en Zofar, de Naamathiet; en zij waren het eens geworden, dat zij kwamen om hem te beklagen, en om hem te vertroosten.

Job 8:1

Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

Job 25:1

Toen antwoordde Bildad, de Suhiet, en zeide:

Job 42:7-9

Het geschiedde nu, nadat de HEERE die woorden tot Job gesproken had, dat de HEERE tot Elifaz, den Themaniet, zeide: Mijn toorn is ontstoken tegen u, en tegen uw twee vrienden, want gijlieden hebt niet recht van Mij gesproken, gelijk Mijn knecht Job.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain