Job 18:2
Hoe lang is het, dat gijlieden een einde van woorden zult maken? Merkt op, en daarna zullen wij spreken.
Job 3:5-6
Dat de duisternis en des doods schaduw hem verontreinigen; dat wolken over hem wonen; dat hem verschrikken de zwarte dampen des dags!
Job 3:17
Daar houden de bozen op van beroering, en daar rusten de vermoeiden van kracht;
Job 8:2
Hoe lang zult gij deze dingen spreken, en de redenen uws monds een geweldige wind zijn?
Job 11:2
Zou de veelheid der woorden niet beantwoord worden, en zou een klapachtig man recht hebben?
Job 13:5-6
Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen.
Job 16:2-3
Ik heb vele dergelijke dingen gehoord; gij allen zijt moeilijke vertroosters.
Job 21:2
Hoort aandachtelijk mijn rede, en laat dit zijn uw vertroostingen.
Job 33:1
En gewisselijk, o Job! hoor toch mijn redenen, en neem al mijn woorden ter ore.
Spreuken 18:13
Die antwoord geeft, eer hij zal gehoord hebben, dat is hem dwaasheid en schande.
Jakobus 1:19
Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd