Job 19:12

Zijn benden zijn te zamen aangekomen, en hebben tegen mij haar weg gebaand, en hebben zich gelegerd rondom mijn tent.

Job 30:12

Ter rechterhand staat de jeugd op, stoten mijn voeten uit, en banen tegen mij hun verderfelijke wegen.

Job 16:11

God heeft mij den verkeerde overgegeven, en heeft mij afgewend in de handen der goddelozen.

Job 16:13

Zijn schutters hebben mij omringd; Hij heeft mijn nieren doorspleten, en niet gespaard; Hij heeft mijn gal op de aarde uitgegoten.

Jesaja 10:5-6

Wee den Assyrier, die de roede Mijns toorns is, en Mijn grimmigheid is een stok in hun hand!

Jesaja 51:23

Maar Ik zal hem dien, die u bedroefd hebben, in de hand zetten, die tot uw ziel zeiden: Buig u neder, dat wij over u gaan; en gij legdet uw rug neder als aarde, en als een straat dergenen, die daarover gaan.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain