Job 20:9
Het oog, dat hem zag, zal het niet meer doen; en zijn plaats zal hem niet meer aanschouwen.
Job 7:8
Het oog desgenen, die mij nu ziet, zal mij niet zien; uw ogen zullen op mij zijn; maar ik zal niet meer zijn.
Job 7:10
Hij zal niet meer wederkeren tot zijn huis, en zijn plaats zal hem niet meer kennen.
Job 8:18
Maar als God hem verslindt uit zijn plaats, zo zal zij hem loochenen, zeggende: Ik heb u niet gezien.
Job 20:7
Zal hij, gelijk zijn drek, in eeuwigheid vergaan; die hem gezien hadden, zullen zeggen: Waar is hij?
Job 27:3
Zo lang als mijn adem in mij zal zijn, en het geblaas Gods in mijn neus;
Psalmen 37:10
Vau. En nog een weinig, en de goddeloze zal er niet zijn; en gij zult acht nemen op zijn plaats, maar hij zal er niet wezen.
Psalmen 37:36
Maar hij ging door, en zie, hij was er niet meer; en ik zocht hem, maar hij werd niet gevonden.
Psalmen 103:15-16
De dagen des mensen zijn als het gras, gelijk een bloem des velds, alzo bloeit hij.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd