Job 23:3

Och, of ik wist, dat ik Hem vinden zou, ik zou tot Zijn stoel komen;

Job 13:3

Maar ik zal tot den Almachtige spreken, en ben belust mij te verdedigen voor God.

Job 16:21

Och, mocht men rechten voor een man met God, gelijk een kind des mensen voor zijn vriend.

Job 31:35-37

Och, of ik een hadde, die mij hoorde! Zie, mijn oogmerk is, dat de Almachtige mij antwoorde, en dat mijn tegenpartij een boek schrijve.

Job 40:1-5

En de HEERE antwoordde Job uit een onweder, en zeide:

Jesaja 26:8

Wij hebben ook in den weg Uwer gerichten, U, o HEERE! verwacht; tot Uw Naam en tot Uw gedachtenis is de begeerte onzer ziel.

Jesaja 55:6-7

Zoekt den HEERE, terwijl Hij te vinden is; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is.

Jeremia 14:7

Hoewel onze ongerechtigheden tegen ons getuigen, o HEERE! doe het om Uws Naams wil; want onze afkeringen zijn menigvuldig, wij hebben tegen U gezondigd.

2 Corinthiër 5:19-20

Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende; en heeft het woord der verzoening in ons gelegd.

Hebreeën 4:6

Dewijl dan blijft, dat sommigen in dezelve rust ingaan, en degenen, dien het Evangelie eerst verkondigd was, niet ingegaan zijn vanwege de ongehoorzaamheid,

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain