Job 23:8
Zie, ga ik voorwaarts, zo is Hij er niet, of achterwaarts, zo verneem ik Hem niet.
Job 9:11
Zie, Hij zal voor mij henengaan, en ik zal Hem niet zien; en Hij zal voorbijgaan, en ik zal Hem niet merken.
Job 35:14
Dat gij ook gezegd hebt: Gij zult Hem niet aanschouwen; er is nochtans gericht voor Zijn aangezicht, wacht gij dan op Hem.
Psalmen 10:1
O HEERE! waarom staat Gij van verre? waarom verbergt Gij U in tijden van benauwdheid?
Psalmen 13:1-3
Een psalm van David, voor den opperzangmeester.
Jesaja 45:15
Voorwaar, Gij zijt een God, Die Zich verborgen houdt, de God Israels, de Heiland.
1 Timotheüs 6:16
Die alleen onsterfelijkheid heeft, en een ontoegankelijk licht bewoont; Denwelken geen mens gezien heeft, noch zien kan; Welken zij eer en eeuwige kracht. Amen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd