Hoeveel te min de mens, die een made is, en des mensen kind, die een worm is!

Maar ik ben een worm en geen man, een smaad van mensen, en veracht van het volk.

Vrees niet, gij wormpje Jakobs, gij volkje Israels! Ik help u, spreekt de HEERE, en uw Verlosser is de Heilige Israels!

En Abraham antwoordde en zeide: Zie toch; ik heb mij onderwonden te spreken tot den Heere, hoewel ik stof en as ben!

Hoeveel te min op degenen, die lemen huizen bewonen, welker grondslag in het stof is? Zij worden verbrijzeld voor de motten.

Wat is de mens, dat Gij hem groot acht, en dat Gij Uw hart op hem zet?

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain

Alle Vertalingen
Dutch Staten Vertaling