Job 27:10

Zal hij zich verlustigen in den Almachtige? Zal hij God aanroepen te aller tijd?

Job 22:26-27

Want dan zult gij u over den Almachtige verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht opheffen.

Psalmen 37:4

En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.

Psalmen 43:4

En dat ik inga tot Gods altaar, tot den God der blijdschap mijner verheuging, en U met de harp love, o God, mijn God!

Psalmen 78:34-36

Als Hij hen doodde, zo vraagden zij naar Hem, en keerden weder, en zochten God vroeg;

Habakuk 3:18

Zo zal ik nochtans in den HEERE van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in den God mijns heils.

Mattheüs 13:21

Doch hij heeft geen wortel in zichzelven, maar is voor een tijd; en als verdrukking of vervolging komt, om des Woords wil, zo wordt hij terstond geergerd.

Lukas 18:1

En Hij zeide ook een gelijkenis tot hen, daartoe strekkende, dat men altijd bidden moet, en niet vertragen;

Handelingen 10:2

Godzalig en vrezende God, met geheel zijn huis, en doende vele aalmoezen aan het volk, en God geduriglijk biddende.

Efeziërs 6:18

Met alle bidding en smeking, biddende te allen tijd in den Geest, en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;

1 Thessalonicenzen 5:17

Bidt zonder ophouden.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd