Job 22:26

Want dan zult gij u over den Almachtige verlustigen, en gij zult tot God uw aangezicht opheffen.

Job 27:10

Zal hij zich verlustigen in den Almachtige? Zal hij God aanroepen te aller tijd?

Jesaja 58:14

Dan zult gij u verlustigen in den HEERE, en Ik zal u doen rijden op de hoogten der aarde, en Ik zal u spijzigen met de erve van uw vader Jakob; want de mond des HEEREN heeft het gesproken.

Psalmen 37:4

En verlustig u in den HEERE, zo zal Hij u geven de begeerten uws harten.

Job 11:15

Want dan zult gij uw aangezicht opheffen uit de gebreken, en zult vast wezen, en niet vrezen.

Job 34:9

Want hij heeft gezegd: Het baat een man niet, als hij welbehagen heeft aan God.

Psalmen 25:1

Een psalm van David. Aleph. Tot U, o HEERE! hef ik mijn ziel op.

Psalmen 86:4

Verheug de ziel Uws knechts; want tot U, HEERE! verhef ik mijn ziel.

Psalmen 143:8

Doe mij Uw goedertierenheid in den morgenstond horen, want ik betrouw op U; maak mij bekend den weg, dien ik te gaan heb, want ik hef mijn ziel tot U op.

Hooglied 2:3

Als een appelboom onder de bomen des wouds, zo is mijn Liefste onder de zonen; ik heb groten lust in Zijn schaduw, en zit er onder, en Zijn vrucht is mijn gehemelte zoet.

Romeinen 7:22

Want ik heb een vermaak in de wet Gods, naar den inwendigen mens;

1 Johannes 3:20-21

Want indien ons hart ons veroordeelt, God is meerder dan ons hart, en Hij kent alle dingen.

Treasury of Scripture Knowledge did not add