Job 29:3

Toen Hij Zijn lamp deed schijnen over mijn hoofd, en ik bij Zijn licht de duisternis doorwandelde;

Job 18:6

Het licht zal verduisteren in zijn tent, en zijn lamp zal over hem uitgeblust worden.

Psalmen 18:28

Want Gij doet mijn lamp lichten; de HEERE, mijn God, doet mijn duisternis opklaren.

Job 11:17

Ja, uw tijd zal klaarder dan de middag oprijzen; gij zult uitvliegen, als de morgenstond zult gij zijn.

Job 21:17

Hoe dikwijls geschiedt het, dat de lamp der goddelozen uitgeblust wordt, en hun verderf hun overkomt; dat God hun smarten uitdeelt in Zijn toorn!

Job 22:28

Als gij een zaak besluit, zo zal zij u bestendig zijn; en op uw wegen zal het licht schijnen.

Psalmen 4:6

Velen zeggen: Wie zal ons het goede doen zien? Verhef Gij over ons het licht Uws aanschijns, o HEERE!

Psalmen 23:4

Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.

Psalmen 27:1

Een psalm van David. De HEERE is mijn Licht en mijn Heil, voor wien zou ik vrezen? De HEERE is mijns levens kracht, voor wien zou ik vervaard zijn?

Psalmen 84:11

Want God, de HEERE, is een Zon en Schild; de HEERE zal genade en eer geven; Hij zal het goede niet onthouden dengenen, die in oprechtheid wandelen.

Spreuken 13:9

Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

Spreuken 20:20

Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte duisternis.

Spreuken 24:20

Want de kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

Jesaja 2:4

En Hij zal rechten onder de heidenen, en bestraffen vele volken; en zij zullen hun zwaarden slaan tot spaden, en hun spiesen tot sikkelen; het ene volk zal tegen het andere volk geen zwaard opheffen, en zij zullen geen oorlog meer leren.

Johannes 8:12

Jezus dan sprak wederom tot henlieden, zeggende: Ik ben het licht der wereld; die Mij volgt, zal in de duisternis niet wandelen, maar zal het licht des levens hebben.

Johannes 12:46

Ik ben een Licht, in de wereld gekomen, opdat een iegelijk, die in Mij gelooft, in de duisternis niet blijve.

Efeziërs 5:8

Want gij waart eertijds duisternis, maar nu zijt gij licht in den Heere; wandelt als kinderen des lichts.

Efeziërs 5:14

Daarom zegt Hij: Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain