Spreuken 24:20

Want de kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

Spreuken 13:9

Het licht der rechtvaardigen zal zich verblijden; maar de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden.

Job 18:5-6

Ja, het licht der goddelozen zal uitgeblust worden, en de vonk zijns vuurs zal niet glinsteren.

Job 21:17

Hoe dikwijls geschiedt het, dat de lamp der goddelozen uitgeblust wordt, en hun verderf hun overkomt; dat God hun smarten uitdeelt in Zijn toorn!

Spreuken 20:20

Wie zijn vader of zijn moeder vloekt, diens lamp zal uitgeblust worden in zwarte duisternis.

Psalmen 9:17

De goddelozen zullen terugkeren, naar de hel toe, alle godvergetende heidenen.

Psalmen 11:6

Hij zal op de goddelozen regenen strikken, vuur en zwavel; en een geweldige stormwind zal het deel huns bekers zijn.

Spreuken 23:18

Want zekerlijk, er is een beloning; en uw verwachting zal niet afgesneden worden.

Jesaja 3:11

Wee den goddeloze, het zal hem kwalijk gaan, want de vergelding zijner handen zal hem geschieden.

Mattheüs 8:12

En de kinderen des Koninkrijks zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; aldaar zal wening zijn, en knersing der tanden.

Mattheüs 25:8

En de dwazen zeiden tot de wijzen: Geeft ons van uw olie; want onze lampen gaan uit.

Judas 1:13

Wilde baren der zee, hun eigen schande opschuimende; dwalende sterren, denwelken de donkerheid der duisternis in der eeuwigheid bewaard wordt.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain