Job 30:28
Ik ga zwart daarheen, niet van de zon; opstaande schreeuw ik in de gemeente.
Psalmen 38:6
Ik ben krom geworden, ik ben uitermate zeer nedergebogen; ik ga den gansen dag in het zwart.
Psalmen 42:9
Ik zal zeggen tot God: Mijn Steenrots! waarom vergeet Gij mij? Waarom ga ik in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
Psalmen 43:2
Want Gij zijt de God mijner sterkte; waarom verstoot Gij mij dan? Waarom ga ik steeds in het zwart, vanwege des vijands onderdrukking?
Job 19:7
Ziet, ik roep, geweld! doch word niet verhoord; ik schreeuw, doch er is geen recht.
Jesaja 53:3-4
Hij was veracht, en de onwaardigste onder de mensen, een Man van smarten, en verzocht in krankheid; en een iegelijk was als verbergende het aangezicht voor Hem; Hij was veracht, en wij hebben Hem niet geacht.
Klaagliederen 3:1-3
Aleph. Ik ben de man, die ellende gezien heeft door de roede Zijner verbolgenheid.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd