Job 30:7
Zij schreeuwden tussen de struiken; onder de netelen vergaderden zij zich.
Job 6:5
Rochelt ook de woudezel bij het jonge gras? Loeit de os bij zijn voeder?
Genesis 16:12
En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen.
Job 11:12
Dan zal een verstandeloos man kloekzinnig worden; hoewel de mens als het veulen eens woudezels geboren is.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd