Job 31:30

(Ook heb ik mijn gehemelte niet toegelaten te zondigen, mits door een vloek zijn ziel te begeren).

Romeinen 12:14

Zegent hen, die u vervolgen; zegent en vervloekt niet.

Exodus 23:4-5

Wanneer gij uw vijands os, of zijn dwalenden ezel, ontmoet, gij zult hem denzelven ganselijk wederbrengen.

Prediker 5:2

Want gelijk de droom komt door veel bezigheid, alzo de stem des zots door de veelheid der woorden.

Prediker 5:6

Want gelijk in de veelheid der dromen ijdelheden zijn, alzo in veel woorden; maar vrees gij God!

Mattheüs 5:22

Doch Ik zeg u: Zo wie te onrecht op zijn broeder toornig is, die zal strafbaar zijn door het gericht; en wie tot zijn broeder zegt: Raka! die zal strafbaar zijn door den groten raad; maar wie zegt: Gij dwaas! die zal strafbaar zijn door het helse vuur.

Mattheüs 5:43-44

Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten.

Mattheüs 12:36

Maar Ik zeg u, dat van elk ijdel woord, hetwelk de mensen zullen gesproken hebben, zij van hetzelve zullen rekenschap geven in den dag des oordeels.

Jakobus 3:6

De tong is ook een vuur, een wereld der ongerechtigheid; alzo is de tong onder onze leden gesteld, welke het gehele lichaam besmet, en ontsteekt het rad onzer geboorte, en wordt ontstoken van de hel.

Jakobus 3:9-10

Door haar loven wij God en den Vader, en door haar vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.

1 Petrus 2:22-23

Die geen zonde gedaan heeft, en er is geen bedrog in Zijn mond gevonden;

1 Petrus 3:9

Vergeldt niet kwaad voor kwaad, of schelden voor schelden, maar zegent daarentegen; wetende, dat gij daartoe geroepen zijt, opdat gij zegening zoudt beerven.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain