Mattheüs 5:43

Gij hebt gehoord, dat er gezegd is: Gij zult uw naaste liefhebben, en uw vijand zult gij haten.

Leviticus 19:18

Gij zult niet wreken, noch toorn behouden tegen de kinderen uws volks; maar gij zult uw naaste liefhebben als uzelven; Ik ben de HEERE!

Deuteronomium 23:6

Gij zult hun vrede en hun best niet zoeken, al uw dagen in eeuwigheid.

Mattheüs 19:19

Eer uw vader en moeder; en: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.

Exodus 17:14-16

Toen zeide de HEERE tot Mozes: Schrijf dit ter gedachtenis in een boek, en leg het in de oren van Jozua, dat Ik de gedachtenis van Amalek geheel uitdelgen zal van onder den hemel.

Deuteronomium 25:17

Gedenkt, wat u Amalek gedaan heeft op den weg, als gij uit Egypte uittoogt;

Psalmen 41:10

Maar Gij, o HEERE! wees mij genadig, en richt mij op; en ik zal het hun vergelden.

Psalmen 139:21-22

Zou ik niet haten HEERE! die U haten? en verdriet hebben in degenen, die tegen U opstaan?

Mattheüs 5:21

Gij hebt gehoord, dat tot de ouden gezegd is: Gij zult niet doden; maar zo wie doodt, die zal strafbaar zijn door het gericht.

Mattheüs 22:39-40

En het tweede aan dit gelijk, is: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven.

Markus 12:31-34

En het tweede aan dit gelijk, is dit: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven. Er is geen ander gebod, groter dan deze.

Lukas 10:27-29

En hij, antwoordende, zeide: Gij zult den Heere, uw God, liefhebben, uit geheel uw hart, en uit geheel uw ziel, en uit geheel uw kracht, en uit geheel uw verstand; en uw naaste als uzelven.

Romeinen 13:8-10

Zijt niemand iets schuldig, dan elkander lief te hebben; want die den ander liefheeft, die heeft de wet vervuld.

Galaten 5:13-14

Want gij zijt tot vrijheid geroepen, broeders, alleenlijk gebruikt de vrijheid niet tot een oorzaak voor het vlees; maar dient elkander door de liefde.

Jakobus 2:8

Indien gij dan de koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelven, zo doet gij wel;

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain