Job 32:11

Ziet, ik heb gewacht op ulieder woorden; ik heb het oor gewend tot ulieder aanmerkingen, totdat gij redenen uitgezocht hadt.

Zie dit, wij hebben het doorzocht, het is alzo; hoor het, en bemerk gij het voor u.

Zij hoorden mij aan, en wachtten, en zwegen op mijn raad.

Want zij wachtten naar mij, gelijk naar den regen, en sperden hun mond open, als naar den spaden regen.

Doch Elihu had gewacht op Job in het spreken, omdat zij ouder van dagen waren dan hij.

Die de eerste is in zijn twistzaak, schijnt rechtvaardig te zijn; maar zijn naaste komt, en hij onderzoekt hem.

Een rijk man is wijs in zijn ogen; maar de arme, die verstandig is, doorzoekt hem.

En voorts, dewijl de prediker wijs geweest is, zo leerde hij het volk nog wetenschap, en merkte op, en onderzocht; hij stelde vele spreuken in orde.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd