Job 32:16
Ik heb dan gewacht, maar zij spreken niet; want zij staan stil; zij antwoorden niet meer.
Job 13:5
Och, of gij gans stilzweegt! Dat zou ulieden voor wijsheid wezen.
Spreuken 17:28
Een dwaas zelfs, die zwijgt, zal wijs geacht worden, en die zijn lippen toesluit, verstandig.
Amos 5:13
Daarom zal de verstandige te dier tijd zwijgen, want het zal een boze tijd zijn.
Jakobus 1:19
Zo dan, mijn geliefde broeders, een iegelijk mens zij ras om te horen, traag om te spreken, traag tot toorn;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd