Job 36:30

Zie, Hij breidt over hem Zijn licht uit, en de wortelen der zee bedekt Hij.

Genesis 1:9

En God zeide: Dat de wateren van onder de hemel in een plaats vergaderd worden, en dat het droge gezien worde! en het was alzo.

Exodus 14:22

En de kinderen Israels zijn ingegaan in het midden van de zee, op het droge; en de wateren waren hun een muur, aan hun rechter hand en aan hun linkerhand.

Exodus 14:28

Want als de wateren wederkeerden, zo bedekten zij de wagenen en de ruiters van het ganse heir van Farao, dat hen nagevolgd was in de zee; er bleef niet een van hen over.

Exodus 15:4-5

Hij heeft Farao's wagenen en zijn heir in de zee geworpen; en de keure zijner hoofdlieden zijn verdronken in de Schelfzee.

Job 38:8-11

Of wie heeft de zee met deuren toegesloten, toen zij uitbrak, en uit de baarmoeder voortkwam?

Job 38:25

Wie deelt voor den stortregen een waterloop uit, en een weg voor het weerlicht der donderen?

Job 38:34-35

Kunt gij uw stem tot de wolken opheffen, opdat een overvloed van water u bedekke?

Psalmen 18:11-16

Duisternis zette Hij tot Zijn verberging; rondom Hem was Zijn tent, duisterheid der wateren, wolken des hemels.

Psalmen 104:5-9

Hij heeft de aarde gegrond op haar grondvesten; zij zal nimmermeer noch eeuwiglijk wankelen.

Lukas 17:24

Want gelijk de bliksem, die van het ene einde onder den hemel bliksemt, tot het andere onder den hemel schijnt, alzo zal ook de Zoon des mensen wezen in Zijn dag.

Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd

Public domain