Job 36:6
Hij laat den goddeloze niet leven, en het recht der ellendigen beschikt Hij.
Psalmen 72:12-14
Want hij zal den nooddruftige redden, die daar roept, mitsgaders den ellendige, en die geen helper heeft.
Psalmen 140:12
Ik weet, dat de HEERE de rechtzaak des ellendigen, en het recht der nooddruftigen zal uitvoeren.
Spreuken 22:22-23
Beroof den arme niet, omdat hij arm is; en verbrijzel den ellendige niet in de poort.
Exodus 22:22-24
Gij zult geen weduwe noch wees beledigen.
Job 5:15
Maar Hij verlost den behoeftige van het zwaard, van hun mond, en van de hand des sterken.
Job 8:22
Uw haters zullen met schaamte bekleed worden; en de tent der goddelozen zal niet meer zijn.
Job 21:7-9
Waarom leven de goddelozen, worden oud, ja, worden geweldig in vermogen?
Job 21:30
Dat de boze onttrokken wordt ten dage des verderfs; dat zij ten dage der verbolgenheden ontvoerd worden.
Job 29:12-17
Want ik bevrijdde den ellendige, die riep, en den wees, die geen helper had.
Psalmen 9:12
Want Hij zoekt de bloedstortingen, Hij gedenkt derzelve; Hij vergeet het geroep der ellendigen niet.
Psalmen 10:14-15
Gij ziet het immers; want Gij aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geve; op U verlaat zich de arme, Gij zijt geweest een Helper van den wees.
Psalmen 55:23
[ (Psalms 55:24) Maar Gij, o God! zult die doen nederdalen in den put des verderfs; de mannen des bloeds en bedrogs zullen hun dagen niet ter helft brengen; ik, daarentegen, zal op U vertrouwen. ]
Psalmen 72:4
Hij zal de ellendigen des volks richten; hij zal de kinderen des nooddruftigen verlossen, en den verdrukker verbrijzelen.
Psalmen 82:1-4
Een psalm van Asaf. God staat in de vergadering Godes; Hij oordeelt in het midden der goden;
Jesaja 11:4
Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden.
Jeremia 12:1-2
Gij zoudt rechtvaardig zijn, o HEERE! wanneer ik tegen U zou twisten; ik zal nochtans van Uw oordelen met U spreken; waarom is der goddelozen weg voorspoedig, waarom hebben zij rust, allen, die trouwelooslijk trouweloosheid bedrijven?
2 Petrus 2:9
Zo weet de Heere de godzaligen uit de verzoeking te verlossen, en de onrechtvaardigen te bewaren tot den dag des oordeels, om gestraft te worden;
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd