Job 37:10
Door zijn geblaas geeft God de vorst, zodat de brede wateren verstijfd worden.
Job 38:29-30
Uit wiens buik komt het ijs voort, en wie baart den rijm des hemels?
Psalmen 78:47
Hij doodde hun wijnstok door den hagel, en hun wilde vijgebomen door vurigen hagelsteen.
Psalmen 147:16-18
Hij geeft sneeuw als wol; Hij strooit den rijm als as.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd