Job 39:20
Want God heeft haar van wijsheid ontbloot, en heeft haar des verstands niet medegedeeld.
Jeremia 8:16
Van Dan af wordt het gesnuif zijner paarden gehoord; het ganse land beeft van het geluid der briesingen zijner sterken; en zij komen daarhenen, dat zij het land opeten en diens volheid, de stad en die daarin wonen.
Job 41:20-21
De werpstenen worden van hem geacht als stoppelen, en hij belacht de drilling der lans.
Joël 2:5
Zij zullen daarhenen springen als een gedruis van wagenen, op de hoogten der bergen; als het gedruis ener vuurvlam, die stoppelen verteert; als een machtig volk, dat in slagorde gesteld is.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd