Job 41:3
Ik zal zijn leden niet verzwijgen, noch het verhaal zijner sterkte, noch de bevalligheid zijner gestaltenis.
Psalmen 55:21
Zijn mond is gladder dan boter, maar zijn hart is krijg; zijn woorden zijn zachter dan olie, maar dezelve zijn blote zwaarden.
Spreuken 15:1
Een zacht antwoord keert de grimmigheid af; maar een smartend woord doet den toorn oprijzen.
Spreuken 18:23
De arme spreekt smekingen; maar de rijke antwoordt harde dingen.
Spreuken 25:15
Een overste wordt door lankmoedigheid overreed; en een zachte tong breekt het gebeente.
Jesaja 30:10
Die daar zeggen tot de zieners: Ziet niet; en tot de schouwers: Schouwt ons niet, wat recht is; spreekt tot ons zachte dingen, schouwt ons bedriegerijen.
Schriftkennis schatkamer niet toegevoegd